Julia en Robert, een jong Nederlands echtpaar, zijn op zoek naar een tweede huisje in Frankrijk om meer plezier te hebben van hun spaargeld. Hun oog valt uiteindelijk op een zeer oude, enigszins vervallen auberge annex postkoetshalte midden in de Bourgogne, die al jaren leeg staat en een paar honderd jaar geleden is gebouwd door de eigenzinnige Jean-Philipe Barnaut, waar ook het gehucht naar is vernoemd. De fraaie ligging van het huisje, midden tussen de prachtige Bourgondische heuvels en de ongeschonden natuur, waar op een steenworp afstand onder in het dal het riviertje de Somme zich tussendoor kronkelt, deed hun hart sneller kloppen.
Naast het knusse huisje bevindt zich, redelijk onopvallend, een oude, met onkruid overwoekerde waterput. Over deze waterput doet in de omgeving echter het hardnekkige verhaal de ronde, dat deze niet altijd de echo teruggeeft aan de roeper. Het verhaal lijkt niet te kloppen, want de put geeft correct antwoord op ieders geroep.
Met het gastvrije Vlaamse echtpaar Lieve en Ties de Vlaminck, dat in de buurt een eenvoudige chambres d'hôtes runt, ontstaat er al snel een hechte vriendschap. Alles loopt op rolletjes, totdat er enkele dagen achter elkaar uiterst bizarre en merkwaardig geklede lijken worden aangetroffen langs en in de Somme.
Inspecteur François Le Blanc van de afdeling Ernstige Delicten krijgt de opdracht om, als laatste klus voor zijn pensioen, klaarheid te brengen in deze mysterieuze zaak, die in de wandelgangen al snel "De zaak Barnaut" wordt gedoopt…
Lees hier een recensie van "Leestafel" over dit boek.